2023-2024 / DROI8044-1

Handicap en sociaal recht

Durée

15h Th

Nombre de crédits

 Bachelier en droit2 crédits 

Enseignant

Langue(s) de l'unité d'enseignement

Langue néerlandaise

Organisation et évaluation

Enseignement au deuxième quadrimestre

Horaire

Horaire en ligne

Unités d'enseignement prérequises et corequises

Les unités prérequises ou corequises sont présentées au sein de chaque programme

Contenus de l'unité d'enseignement

Acquis d'apprentissage (objectifs d'apprentissage) de l'unité d'enseignement

Personen met een handicap verdienen bijkomende aandacht in het recht in het algemeen en in het sociaal recht in het bijzonder. Een handicap gaat immers vaak gepaard met zwakkere positie op de arbeidsmarkt en met specifieke risico's in het socialezekerheidsrecht (in de ruime zin). Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van Personen met een Handicap vormt een belangrijke katalysator voor hun rechtsbescherming.

De bedoeling van dit vak is om via het handicap als aanknopingspunt de basisconcepten van het sociaal recht (die reeds in eerdere lessen gezien zijn) opnieuw op te frissen, toe te passen en in beperkte mate te verdiepen. Daarbij wordt het sociaal recht niet als een eiland beschouwd, maar worden bruggen gebouwd naar andere rechtstakken zoals het verbintenissenrecht, het internationaal recht en het staatsrecht.

In negen lessen komen daarbij verschillende topics aan bod. De topics worden opgebouwd aan de hand van een vraag/casus en aan de hand van praktische toepassingen. Aan het einde van de lessenreeks wordt aan de studenten gevraagd om in een opdracht zelf op zoek te gaan naar verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië.

Savoirs et compétences prérequis

De bedoeling van dit vak is dat de student zich een materie die in het Nederlands gedoceerd wordt, eigen maakt. Actieve deelname van de student tijdens de cursus is vereist en wordt beoordeeld aan de hand van permanente evaluatie. Dat vooronderstelt dat de student vooraf een basiskennis Nederlands heeft. 

Naast een basiskennis Nederlands is ook een basiskennis sociaal recht en een brede juridische interesse vereist.  

Activités d'apprentissage prévues et méthodes d'enseignement

Dit vak bestaat uit 15 contacturen, verdeeld over 10 lesmomenten van anderhalf uur. Er wordt geen handboek gebruikt, maar voorafgaand aan elke les worden een reeks teksten digitaal beschikbaar gesteld. Het wordt aanbevolen om voor de les deze documenten door te nemen. Daartoe zal ter voorbereiding telkens ook een specifieke vraag worden gesteld. 

PowerPointpresentaties worden vooraf ter beschikking gesteld.

Ter voorbereiding van de laatste les wordt gevraagd om een opdracht te maken. Zie daartoe opdracht te maken. Deze opdracht staat niet op punten, maar één van de vragen op het examen zal op de opdracht betrekking hebben.

Mode d'enseignement (présentiel, à distance, hybride)

Cours donné exclusivement en présentiel


Explications complémentaires:

Behoudens de wijzigingen ten gevolge van de COVID-pandemie wordt het vak op de campus gedoceerd. 

De lessen zijn interactief en vereisen een actieve deelname van de studenten. Van de studenten wordt verwacht dat ze in staat zijn op juridische vragen in het Nederlands te antwoorden en om in het Nederlands met elkaar in gesprek te gaan over een juridisch thema. 

 

Lectures recommandées ou obligatoires et notes de cours

Teksten en powerpointpresentatie worden voorafgaand aan elke les ter beschikking gesteld. 

 

Modalités d'évaluation et critères

Examen(s) en session

Toutes sessions confondues

- En présentiel

évaluation orale

Travail à rendre - rapport

Evaluation continue


Explications complémentaires:

Permanente evaluatie (/4)

Tijdens het semester wordt de student beoordeeld op zijn deelname aan de lessen.

  • Twee punten staan op deelname aan de negen hoorcolleges. Daarbij wordt beoordeeld in welke mate de studenten in staat zijn juridische vragen in het Nederlands te beantwoorden en deel te nemen aan discussies. 
  • Twee punten staan op de kwaliteit van de korte presentatie in de laatste les. 
 

Korte paper (/4)

Over het onderwerp van de presentatie uit de laatste les schrijft de student een korte paper in het Nederlands (max. 1000 woorden). Deze paper wordt beoordeeld op inhoudelijke juistheid en kwaliteit van het Nederlands. De paper wordt per mail ingediend op de dag van het examen. 

 

Mondeling examen (/12)

De overige twaalf punten zijn te verdienen op het mondelinge examen (15 minuten). Daarin krijgt de student twee open vragen die betrekking hebben op de negen colleges. Na een voorbereiding van 30 minuten brengt de student het antwoord op de vragen, waarna de docent en de student over dit antwoord in gesprek gaan.



 

Stage(s)

Remarques organisationnelles et modifications principales apportées au cours

Contacts

tim.opgenhaffen@uliege.be

Association d'un ou plusieurs MOOCs